ECLI:NL:CBB:2011:BU9081
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Voorlopige voorziening
- E.R. Eggeraat
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening van tandarts tegen prestatiebeschrijvingsbeschikking in kader van vrije prijzen in de mondzorg
In deze zaak heeft een tandarts, verzoeker, een verzoek om voorlopige voorziening ingediend tegen de prestatiebeschrijvingbeschikking van de Nederlandse Zorgautoriteit (verweerster), die per 1 januari 2012 vrije prijzen in de mondzorg zou invoeren. De tandarts betoogde dat de invoering van deze nieuwe regeling te snel en onvoldoende doordacht was, en dat hij geen spoedeisend belang had bij de invoering van de nieuwe tarieven. De voorzieningenrechter heeft de procedure op 16 december 2011 behandeld, waarbij zowel de tandarts als de gemachtigde van de verweerster aanwezig waren.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de tandarts bezwaar had gemaakt tegen de prestatiebeschrijvingbeschikking, die op 8 september 2011 was vastgesteld. De tandarts voerde aan dat de nieuwe regeling grote administratieve lasten met zich meebracht en dat de invoering van vrije tarieven niet haalbaar was binnen de gestelde termijn. Verweerster daarentegen stelde dat de invoering van vrije prijzen al lange tijd in voorbereiding was en dat er voldoende gelegenheid was geweest voor tandartsen om zich voor te bereiden op de veranderingen.
Na beoordeling van de argumenten van beide partijen, concludeerde de voorzieningenrechter dat er geen sprake was van kennelijke onrechtmatigheid van het besluit van verweerster. De voorzieningenrechter oordeelde dat de bezwaren van de tandarts niet voldoende zwaarwegend waren om de invoering van de nieuwe regeling uit te stellen. Het verzoek om voorlopige voorziening werd dan ook afgewezen, en de tandarts werd geacht zich per 1 januari 2012 aan de nieuwe regels te houden.