ECLI:NL:CBB:2011:BU6736
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Hoger beroep
- R.F.B. van Zutphen
- C.J. Waterbolk
- M.M. Smorenburg
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaren tegen weekafschriften van de veiling in het kader van de bloemkwekerijheffing
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 25 november 2011 uitspraak gedaan in het hoger beroep van Gebr. A B.V. tegen het Productschap Tuinbouw. De appellante, een verkoper van bloemkwekerijproducten, had beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder, waarin de bezwaren van appellante tegen twee weekafschriften van de veiling niet-ontvankelijk waren verklaard. De procedure begon met een brief van appellante op 22 februari 2010, waarin zij haar beroep indiende. Verweerder had op 12 januari 2010 een besluit genomen, waartegen appellante bezwaar maakte. Na een verweerschrift van verweerder en een aanvulling van de beroepsgronden door appellante, vond op 14 september 2011 een zitting plaats.
De kern van het geschil was of de weekafschriften van de veiling als besluiten in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) konden worden aangemerkt. Appellante stelde dat deze weekafschriften, die betrekking hadden op de vakheffing, als besluiten moesten worden beschouwd, omdat de heffing werd geheven krachtens een publiekrechtelijke bevoegdheid van verweerder. Het College oordeelde echter dat de aangevochten weekafschriften geen besluiten waren volgens artikel 1:3 Awb, en dat er dus geen bezwaar tegen gemaakt kon worden. Het College verwierp ook het standpunt van appellante dat de motivering van het besluit onvoldoende was, en concludeerde dat het bestreden besluit voldoende duidelijk was.
Uiteindelijk verklaarde het College het beroep ongegrond en gaf geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak bevestigde de positie van verweerder dat de weekafschriften geen besluiten zijn en dat de bezwaren van appellante niet-ontvankelijk waren.