2. De beoordeling van de verzoeken
2.1 Het is verboden om op zondag een winkel geopend te hebben, zo is bepaald in artikel 2, eerste lid, Winkeltijdenwet. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van dit verbod, indien de gemeenteraad hen daartoe bij verordening de bevoegdheid hebben verleend, aldus artikel 3, vierde lid, Winkeltijdenwet.
De gemeenteraad van Eindhoven heeft gebruik gemaakt van deze mogelijkheid door de vaststelling van artikel 5 van de Verordening Winkeltijden. Daarin is vermeld dat verweerders op aanvraag ontheffing kunnen verlenen van de in artikel 2, eerste lid, onder a en b, Winkeltijdenwet vervatte verboden. In de Verordening Winkeltijden is niet bepaald op welke wijze de beschikbare ontheffingen worden verdeeld onder gegadigden.
2.2 Voorheen willigden verweerders aanvragen om ontheffing in op volgorde van binnenkomst. Op die basis hebben verzoekers voor de periode 1 oktober 2010 tot 1 oktober 2011 ontheffing gekregen. Ook voor de daaropvolgende periode hebben verzoekers vroegtijdig aanvragen ingediend. Verweerders hebben de ontheffingen echter geweigerd. Reden daarvoor is dat verweerders voor de periode vanaf 1 oktober 2011 de beschikbare ontheffingen via loting zullen gaan verdelen. Daarbij worden de winkels waarvoor in het voorafgaand jaar ontheffing is verleend, uitgesloten van de loting, zo is vermeld in het besluit tot weigering.
2.3 Het geschil draait om de wijziging van het beleid dat verweerders toepassen om de ontheffingen te verdelen. Ter zitting hebben verzoekers verduidelijkt dat zij in hun verzoeken om voorlopige voorziening niet het nieuwe beleid zelf aan de orde willen stellen, maar alleen de vraag of verzoekers dat nieuwe beleid ten grondslag mochten leggen aan de beslissing op hun aanvragen. Volgens verzoekers hadden verweerders op hun aanvragen moeten beslissen volgens het op de datum van hun aanvragen geldende beleid. Verzoekers hebben erop gewezen dat zij een spoedeisend belang hebben, aangezien de loting op zeer korte termijn zal plaatsvinden.
2.4 De voorzieningenrechter stelt vast dat de beleidswijziging waartegen verzoekers zich richten, uiteindelijk is neergelegd in de Beleidsregel openstelling Winkels op zon- en feestdagen. Deze beleidsregel is door verweerders vastgesteld op 26 juli 2011 en gepubliceerd op 10 augustus 2011, derhalve nadat de besluiten waarop de verzoeken om voorlopige voorziening betrekking hebben, al waren genomen. Niettemin moet worden vastgesteld dat verweerders de hoofdlijnen van dit beleid - te weten loting, met uitsluiting van de houders van ontheffingen in het voorafgaande jaar - reeds hebben vermeld in het besluit waarbij zij de ontheffingen hebben geweigerd. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter stond het verweerders vrij om de besluiten in overeenstemming te nemen met dat beleid, ook al was dat op het moment van de weigeringen nog niet vastgelegd in een besluit. Van een inbreuk op de positie van verzoekers door de beleidswijziging is geen sprake, nu de wijziging betrekking heeft op een toekomstige periode, namelijk vanaf 1 oktober 2011. Het betoog van verzoekers, onder verwijzing naar jurisprudentie, dat verweerders voorafgaand aan hun beslissing op de aanvragen het nieuwe beleid hadden moeten publiceren, kan daarom niet slagen.
2.5 Gezien het voorgaande ziet de voorzieningenrechter in dit stadium van de procedure op basis van hetgeen verzoekers hebben aangevoerd, geen aanleiding te verwachten dat het College de besluiten ten aanzien waarvan om een voorlopige voorziening is gevraagd, zal vernietigen. De voorzieningenrechter is daarom van oordeel dat onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, het treffen van een voorlopige voorziening niet vereist. De verzoeken dienen daarom te worden afgewezen.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.