ECLI:NL:CBB:2011:BT1544
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Herziening
- J.L.W. Aerts
- G.P. Kleijn
- J. Borgesius
- Rechtspraak.nl
Verzoek om herziening van een uitspraak inzake de Meststoffenwet
In deze zaak heeft verzoeker A, gevestigd te B, een verzoek tot herziening ingediend tegen een eerdere uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven, gedateerd 13 december 2010, met kenmerk AWB 08/638, 09/896 en 10/875. Het verzoek om herziening is ingediend op 5 januari 2011 en is door het College op 6 september 2011 behandeld. Verzoeker stelt dat er nieuwe feiten zijn die niet eerder bekend waren en die tot een andere uitspraak zouden kunnen leiden. Hij betoogt dat het College in de eerdere uitspraak niet is ingegaan op de innerlijke juistheid van de Meststoffenwet en dat hij gedwongen wordt om mee te werken aan een wet die hij als onterecht beschouwt.
De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie heeft in zijn zienswijze aangegeven dat verzoeker in eerdere fases van de procedure al uitgebreid heeft toegelicht waarom hij de formulieren niet wenst in te vullen. De Minister stelt dat verzoeker niet voldoet aan de voorwaarden voor herziening zoals gesteld in artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het College heeft de argumenten van verzoeker en de Minister zorgvuldig afgewogen.
Het College concludeert dat de door verzoeker aangedragen feiten en omstandigheden niet als nieuw kunnen worden gekwalificeerd, aangezien deze reeds bekend waren vóór de eerdere uitspraak. Het College benadrukt dat herziening niet bedoeld is om het debat te heropenen na een onherroepelijke uitspraak. De argumenten van verzoeker zijn niet voldoende om het verzoek om herziening te honoreren. Het College wijst het verzoek om herziening af en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.