1. De procedure
Bij besluit van 4 oktober 2010 heeft verweerder de concessie “Regio Utrecht” (hierna: de concessie) met ingang van 11 december 2011 voor een periode van acht jaar gegund aan Qbuzz B.V. (hierna: Qbuzz).
Tegen dit besluit heeft Connexxion Openbaar Vervoer N.V. (hierna: Connexxion) een bezwaarschrift en een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend.
Bij uitspraak van 3 februari 2011 heeft de voorzieningenrechter van het College het besluit van 4 oktober 2010 geschorst tot zes weken na verzending van de beslissing op bezwaar of zoveel eerder als het geschil tot een einde zal zijn gekomen, met dien verstande dat wanneer binnen die termijn opnieuw een verzoek om voorlopige voorziening wordt ingediend de schorsing doorloopt totdat de voorzieningenrechter op dat nieuwe verzoek heeft beslist.
Verweerder heeft naar aanleiding van deze uitspraak alle inschrijvingen, te weten de inschrijving van appellante en de inschrijving van Connexxion, opnieuw beoordeeld en bij besluit van 1 maart 2011 de inschrijving van appellante ongeldig verklaard en appellante uitgesloten van verdere deelname aan de aanbesteding. Tegen dit besluit heeft appellante bij brief van 25 maart 2011 een bezwaarschrift ingediend.
Bij brief van 8 april 2011 heeft verweerder, hangende de bezwaarschriftprocedure, het College, mede namens Connexxion en Qbuzz, verzocht om met toepassing van artikel 8:52 Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) de (aangekondigde) beroepen van deze inschrijvers versneld te behandelen.
Bij besluit van verweerder van 11 mei 201, bekend gemaakt bij brief van 16 mei 2011, heeft deze beslist op het bezwaarschrift van appellante. Bij dit besluit is het primaire besluit van 1 maart 2011 tot ongeldigverklaring van de inschrijving van appellante van 7 september 2010 op de Europese aanbesteding van de concessie “Regio Utrecht” gehandhaafd.
Appellante heeft bij brief van 31 mei 2011, bij het College op dezelfde dag binnengekomen, beroep ingesteld tegen dat besluit.
Bij faxbericht van 1 juni 2011 heeft Connexxion verzocht om als derde partij deel te nemen aan het geding. Bij brief van 7 juni 2011, verzonden 8 juni 2011, heeft het College dit verzoek ingewilligd.
Bij brief van 14 juni 2011, door het College ontvangen op 14 juni 2011, heeft Connexxion als derde belanghebbende partij haar standpunt ingediend.
Bij brief van 7 juni 2011 heeft verweerder op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd, waaronder het definitieve concept van de leaseovereenkomst dat deel uitmaakt van de inschrijving van appellante. Ten aanzien van de concept leaseovereenkomst heeft verweerder onder verwijzing naar artikel 8:29 Awb mede gedeeld dat uitsluitend het College van die stukken kennis zal mogen nemen. Als motivering heeft verweerder gesteld dat appellante deze gegevens als vertrouwelijk heeft aangemerkt.
Verweerder heeft op 10 juni 2011 een verweerschrift ingediend.
Bij beslissing van 14 juni 2011 heeft het College beslist dat beperking van de kennisneming van de concept leaseovereenkomst gerechtvaardigd is te achten.
Bij faxbericht van 16 juni 2011 heeft Connexxion de toestemming als bedoeld in artikel 8:29, lid 5, Awb gegeven.
Op 20 juni 2011 heeft het onderzoek ter zitting plaatsgehad. Van de zijde van appellante zijn verschenen mrs. P.F.C. Heemskerk en A. Van de zijde van verweerder zijn verschenen mrs. G. Verberne en B. Van de zijde van Connexxion zijn verschenen mrs. J.F. van Nouhuys en M.C. de Smidt.
Op 20 juni 2011 heeft het College verweerder telefonisch om (nadere) op de zaak betrekking hebbende stukken verzocht. Verweerder heeft de betreffende stukken, een intern adviesmemo, ter zitting aan het College ter beschikking gesteld met de mededeling overeenkomstig artikel 8:29 Awb dat uitsluitend het College van die stukken kennis zal mogen nemen. Ter motivering heeft verweerder gesteld dat het adviesmemo (bedrijfs)vertrouwelijke informatie bevat.
In verband hiermee heeft het College het onderzoek ter zitting geschorst.
Bij beslissing van 27 juni 2011 heeft het College beslist dat beperking van de kennisneming van het adviesmemo gerechtvaardigd is te achten.
Bij faxbrief van 1 juli 2011 heeft Connexxion de toestemming als bedoeld in artikel 8:29, lid 5, Awb gegeven.
Bij faxbrief van 8 juli 2011 hebben partijen de toestemming als bedoeld in artikel 8:57 Awb gegeven.
Daarop heeft het College het onderzoek gesloten.