ECLI:NL:CBB:2011:BQ9597
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- C.J. Waterbolk
- M.J. van Veen
- Rechtspraak.nl
Toepassing van artikel 42, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 bij minder hectaren dan toeslagrechten
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 21 juni 2011 uitspraak gedaan in het geschil tussen appellant A, wonende te B, en de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. De procedure begon met een besluit van 19 december 2008, waarbij de bedrijfstoeslag van appellant voor het jaar 2008 werd vastgesteld op € 474,52, inclusief modulatiekorting. Appellant maakte bezwaar tegen dit besluit, maar dit werd ongegrond verklaard. Na een herziene beslissing op bezwaar op 25 juni 2009, waarin het bezwaar opnieuw ongegrond werd verklaard, heeft verweerder op 8 februari 2010 alsnog een netto bedrijfstoeslag van € 3.315,47 toegekend aan appellant.
Tijdens de zitting op 11 mei 2011 heeft appellant zijn standpunt toegelicht, waarbij hij aanvoerde dat hij te weinig hectaren landbouwgrond had om alle 84,73 toeslagrechten te benutten. Hij had geprobeerd om toeslagrechten te laten indikken, maar had geen toegang tot de benodigde formulieren. Het College heeft vastgesteld dat appellant geen melding had gemaakt van de overdracht van toeslagrechten, wat noodzakelijk was om zijn verzoek te kunnen honoreren. De relevante regelgeving, waaronder de Algemene wet bestuursrecht en de Europese verordeningen, werd in de beoordeling betrokken.
Het College concludeerde dat het beroep ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. Wel werd bepaald dat verweerder het door appellant betaalde griffierecht van € 150,- diende te vergoeden. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor landbouwers om tijdig en correct te handelen bij het aanvragen en beheren van toeslagrechten, en de gevolgen van het niet voldoen aan de vereisten van de regelgeving.