ECLI:NL:CBB:2011:BQ0813
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- C.J. Waterbolk
- M.J. van Veen
- Rechtspraak.nl
Ontheffingen op grond van de Winkeltijdenwet voor zondagsopenstelling van supermarkten in Westland
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 7 april 2011 uitspraak gedaan over de ontheffingen die door de burgemeester en wethouders van Westland zijn verleend aan zes supermarkten voor zondagsopenstelling. Appellante, een inwoner van B, stelde beroep in tegen deze besluiten, omdat zij meende dat haar belangen als belanghebbende niet voldoende waren meegewogen. De besluiten tot ontheffing werden genomen op 20 april 2010 en ter inzage gelegd op 29 april 2010. Appellante diende haar beroep in op 10 juni 2010, na een zienswijze die niet in de besluitvorming was betrokken, omdat zij niet als belanghebbende werd aangemerkt.
Het College overwoog dat de afstand van de dichtstbijzijnde supermarkt tot de woning van appellante ongeveer 700 meter bedraagt, waardoor zij geen directe gevolgen van de verruimde openingstijden kan ondervinden. Het College concludeerde dat het belang van appellante, dat zij stelde te hebben in verband met milieuoverwegingen en dorpsbelang, niet als een persoonlijk, kenmerkend belang kan worden beschouwd. De belangen die appellante aanvoert zijn niet haar eigen belangen, maar betreffen meer collectieve belangen van de inwoners van Westland.
Daarom oordeelde het College dat appellante geen belanghebbende is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht, waardoor haar beroep niet-ontvankelijk werd verklaard. De inhoudelijke bezwaren van appellante konden in deze procedure niet aan de orde komen. Het College merkte op dat er op korte termijn een evaluatie van de verleende ontheffingen zal plaatsvinden, waarbij de bezwaren van appellante mogelijk aan de orde kunnen komen. Er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.