ECLI:NL:CBB:2011:BP8528
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- W.E. Doolaard
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van aanvraag voor GLB-inkomenssteun door de Staatssecretaris van Economische Zaken
In deze zaak heeft appellant, A, beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, waarbij zijn aanvraag voor uitbetaling van toeslagrechten in het kader van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006 werd afgewezen. De procedure begon met een beroep dat op 3 november 2009 werd ingediend tegen een besluit van 29 september 2009, waarin het bezwaar van appellant tegen de afwijzing van zijn aanvraag op 20 maart 2009 werd behandeld. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat de verzamelaanvraag niet tijdig en niet volledig was ingediend, wat in strijd was met de vereisten van de Verordening (EG) nr. 1782/2003 en de daaropvolgende uitvoeringsverordening.
Tijdens de zitting op 2 februari 2011 werd vastgesteld dat appellant niet de vereiste bedrijfskaarten had ingediend voor de percelen waarvoor hij toeslagrechten aanvroeg. De Staatssecretaris had appellant eerder op de hoogte gesteld van het ontbreken van deze kaarten, maar appellant had geen actie ondernomen om dit te corrigeren. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde dat de aanvraag van appellant niet voldeed aan de wettelijke vereisten en dat er geen sprake was van overmacht of andere omstandigheden die de late indiening zouden rechtvaardigen.
Het College concludeerde dat de afwijzing van de aanvraag terecht was, omdat appellant niet had voldaan aan de voorwaarden voor het indienen van een volledige verzamelaanvraag. De beslissing van de Staatssecretaris werd dan ook in stand gehouden, en het beroep van appellant werd ongegrond verklaard. Het College oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.