ECLI:NL:CBB:2011:BP1038
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- M. Munsterman
- C.M. Wolters
- H.S.J. Albers
- Rechtspraak.nl
Korting bedrijfstoeslag op grond van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006
In deze zaak heeft de Maatschap A - B, appellante, beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, verweerder, dat op 28 mei 2009 is genomen. Dit besluit volgde op een eerder besluit van 28 juni 2008, waarin de bedrijfstoeslag voor het jaar 2007 werd vastgesteld. Verweerder legde een korting op van € 6447,23 omdat de afgekeurde oppervlakte groter was dan 3% van de goedgekeurde oppervlakte. Appellante had in haar Gecombineerde opgave 2007 aangegeven dat zij biologisch producent was en had geen percelen opgegeven voor de uitbetaling van braaktoeslagrechten. De procedure omvatte een zitting op 24 september 2010, waar appellante werd vertegenwoordigd door C en D, en verweerder door zijn gemachtigde.
De kern van het geschil was of de opgelegde korting terecht was. Verweerder stelde dat appellante niet voldeed aan de braakleggingsverplichting, omdat niet alle percelen waren aangemeld bij de stichting SKAL. Appellante voerde aan dat de hoogte van de korting niet in verhouding stond tot de gemaakte fout, die volgens haar een kennelijke fout was. Het College oordeelde dat de korting terecht was opgelegd, omdat de afgekeurde oppervlakte meer dan 3% van de goedgekeurde oppervlakte bedroeg. Het College concludeerde dat appellante niet had voldaan aan de vereisten voor de uitbetaling van de braaktoeslagrechten en dat de opgelegde korting conform de Europese regelgeving was.
Uiteindelijk verklaarde het College het beroep ongegrond, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan op 12 januari 2011.