ECLI:NL:CBB:2010:BM1068
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- F. Stuurop
- H.A.B. van Dorst-Tatomir
- M.J. Kuiper
- Rechtspraak.nl
Heffing ten behoeve van het Veeziektenfonds en de rechtsgeldigheid van de heffingsverordening
In deze zaak heeft appellante, A., beroep ingesteld tegen besluiten van het Productschap Vee en Vlees, waarbij heffingen zijn opgelegd op basis van de Verordening bestemmingsheffingen Veeziektenfonds schapen en geiten (PVV) 2006. De heffingen betroffen bedragen die aan appellante waren opgelegd voor de gehouden schapen en geiten in 2004. De heffingen waren gebaseerd op een convenant dat was afgesloten voor de periode van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2009, waarin was afgesproken dat de kosten van bestrijding van besmettelijke dierziekten door de houders van de dieren gedragen zouden worden. Appellante betwistte de rechtsgeldigheid van de heffingen, onder andere omdat de Verordening niet goedgekeurd zou zijn door alle betrokken ministers en omdat de heffingen met terugwerkende kracht werden opgelegd.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de argumenten van appellante beoordeeld. Het College oordeelde dat de Verordening niet onverbindend was, ondanks dat deze slechts door de Minister van LNV was goedgekeurd. De heffingen waren echter in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel, omdat appellante in 2004 niet kon weten dat zij een heffing verschuldigd zou zijn op basis van een verordening die pas in 2007 in werking trad. Het College concludeerde dat de besluiten van verweerder om de heffingen op te leggen, niet in stand konden blijven. De bestreden besluiten werden vernietigd en verweerder werd veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van appellante.