ECLI:NL:CBB:2010:BL3035
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Voorlopige voorziening
- E.R. Eggeraat
- N.W.A. Verrijt
- Rechtspraak.nl
Verzoek om opheffing voorlopige voorziening in verband met Q-koorts en doden van drachtige geiten
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 8 februari 2010 uitspraak gedaan over een verzoek tot opheffing van een voorlopige voorziening. Het verzoek was ingediend door S, die werd bijgestaan door zijn gemachtigde mr. B. Smit. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, vertegenwoordigd door dr. C.J.M. Bruschke en F.G. van Zijderveld, had op 29 januari 2010 een maatregel getroffen tot het doden van alle drachtige geiten en mannelijke geiten op het bedrijf van S, gebaseerd op de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren. S had bezwaar gemaakt tegen deze maatregel en verzocht om opheffing van de voorlopige voorziening die op 5 februari 2010 was getroffen.
Tijdens de zitting op 8 februari 2010 heeft de voorzieningenrechter de argumenten van beide partijen gehoord. De voorzieningenrechter oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de aanwezigheid van Q-koorts op het bedrijf van S, gebaseerd op drie positieve resultaten van tankmelkonderzoeken. S had betoogd dat de testresultaten onbetrouwbaar waren vanwege stress bij de geiten tijdens de monstername, maar de voorzieningenrechter vond dat de bacteriën alleen kunnen worden afgescheiden als ze daadwerkelijk in de dieren aanwezig zijn.
De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen reden was om de resultaten van de contra-expertise van laboratoria in Frankrijk en Duitsland af te wachten, aangezien de reeds verkregen positieve uitslagen voldoende basis boden voor de genomen maatregel. Daarom werd het verzoek van S tot opheffing van de voorlopige voorziening ingewilligd, en werd de maatregel tot doden van de drachtige geiten en mannelijke geslachtsrijpe dieren op het bedrijf van S bevestigd.