ECLI:NL:CBB:2009:BJ6540
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- B. Verwayen
- M.A. van der Ham
- J.L.W. Aerts
- Rechtspraak.nl
EG-erkenning voor vleesverwerkend bedrijf en de afwijzing van een tweede erkenningsnummer
In deze zaak heeft appellante, een vleesverwerkend bedrijf, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Het beroep betreft de weigering van de minister om een tweede EG-erkenningsnummer toe te kennen aan appellante voor haar bedrijf aan de C te B. De minister had eerder, op 24 september 2007, het verzoek van appellante om een tweede erkenningsnummer afgewezen, omdat het bedrijf niet als groothandelsmarkt kon worden aangemerkt volgens de geldende Europese regelgeving. Appellante stelde dat haar bedrijf verschillende eenheden omvatte die gebruik maakten van gemeenschappelijke faciliteiten, en dat de afdelingen expeditie, inpak en opslag als afzonderlijke eenheden konden worden beschouwd.
Tijdens de zitting heeft appellante betoogd dat de regelgeving het toekennen van een tweede erkenningsnummer toelaat, en dat de afwijzing van de minister niet in lijn was met de wetgeving. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de argumenten van appellante overwogen, maar kwam tot de conclusie dat de regelgeving niet voorziet in het toekennen van een tweede erkenningsnummer voor een koel- en vrieshuis, zelfs niet als dit deel uitmaakt van een groothandelsmarkt. Het College oordeelde dat de minister op goede gronden had gehandeld door de aanvraag van appellante af te wijzen.
De uitspraak van het College bevestigt dat de regelgeving rondom erkenningen is bedoeld om de hygiëne en traceerbaarheid van producten van dierlijke oorsprong te waarborgen, en dat het toekennen van meerdere erkenningsnummers de herkenbaarheid zou verminderen. Het College verklaarde het beroep van appellante ongegrond, waarmee de beslissing van de minister werd bekrachtigd.