ECLI:NL:CBB:2009:BI7335
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bedrijfstoeslag op grond van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006
In deze zaak heeft appellant, A, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, dat zijn aanvraag voor uitbetaling van bedrijfstoeslag op grond van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006 heeft afgewezen. De aanvraag was ingediend op 20 april 2007, maar appellant had in zijn Gecombineerde opgave geen kruisje geplaatst om aan te geven dat hij zijn toeslagrechten wilde laten uitbetalen. Dit leidde tot de afwijzing van zijn verzoek, omdat de aanvraag niet tijdig was ingediend en niet voldeed aan de vereisten van de Europese regelgeving.
De procedure begon met een besluit van de Minister op 10 oktober 2008, waarin het bezwaar van appellant tegen een eerder besluit van 7 mei 2008 werd afgewezen. Appellant stelde dat hij door een vergissing niet had aangegeven dat hij zijn toeslagrechten wilde laten uitbetalen. Tijdens de zitting op 22 april 2009 werd het standpunt van appellant besproken, waarbij hij werd bijgestaan door zijn echtgenote. De Minister werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigden.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde dat appellant met zijn Gecombineerde opgave geen aanvraag had gedaan voor rechtstreekse betalingen, omdat hij niet had aangegeven dat hij zijn toeslagrechten wilde verzilveren. De aanvraag die op 18 april 2008 werd ingediend, was te laat en voldeed niet aan de voorwaarden van de Europese regelgeving. Het College concludeerde dat de aanvraag terecht was afgewezen en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak werd gedaan door mr. M. Munsterman, met mr. F.W. du Marchie Sarvaas als griffier, op 3 juni 2009.