ECLI:NL:CBB:2009:BI3620
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.A. Fierstra
- R.R. Winter
- A.J.C. de Moor-van Vugt
- Rechtspraak.nl
Tuchtzaak tegen registeraccountant wegens vermeende onafhankelijkheid en blackmailing
In deze tuchtzaak, behandeld door het College van Beroep voor het bedrijfsleven, staat de onafhankelijkheid van een registeraccountant centraal. Appellant A, voormalig werknemer van Vedior, heeft een klacht ingediend tegen D, een accountant verbonden aan Deloitte, omdat hij meent dat D niet onafhankelijk heeft gehandeld in zijn rol als accountant van Vedior. De klacht is ontstaan na een conflict waarbij A, na beëindiging van zijn dienstverband bij Vedior, beschuldigingen van blackmail heeft geuit tegen de management van Vedior. A beweert dat hij door D is benadeeld en dat D niet objectief heeft gehandeld in de controle van de jaarrekening van Vedior.
De Raad van Tucht heeft de klacht van A ongegrond verklaard, wat A heeft doen besluiten om in beroep te gaan bij het College. Het College heeft de procedure en de argumenten van beide partijen zorgvuldig bestudeerd. A heeft aangevoerd dat D's memo van 15 februari 2005, waarin de beschuldigingen van A worden besproken, niet onafhankelijk is opgesteld en dat D zich voor het karretje van Vedior heeft laten spannen. D heeft echter betoogd dat hij de opvattingen van Vedior heeft vastgelegd en dat zijn memo bedoeld was ter voorbereiding van een internationale discussie binnen Deloitte.
Het College heeft geconcludeerd dat D zich niet onterecht heeft opgesteld en dat zijn memo niet getuigt van een gebrek aan onafhankelijkheid. De beschuldigingen van A zijn niet voldoende onderbouwd en de omstandigheden rondom de opstelling van de memo zijn niet zodanig dat D tuchtrechtelijk kan worden aangesproken. Het College heeft daarom het beroep van A verworpen en de beslissing van de Raad van Tucht bevestigd.