ECLI:NL:CBB:2009:BH4408
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- J.A. Hagen
- F. Stuurop
- M. Munsterman
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit inzake registratie melkequivalenten en heffing superheffing in de zuivelsector
In deze zaak heeft appellante, een maatschap bestaande uit A en B, beroep ingesteld tegen een besluit van het Productschap Zuivel. Dit besluit, genomen op 30 augustus 2007, betrof de registratie van een hoeveelheid melkequivalent die rechtstreeks voor consumptie is geleverd in de heffingsperiode 2004/2005. Appellante was het niet eens met de berekening van de verschuldigde superheffing, die door verweerder was vastgesteld op basis van de geleverde hoeveelheden melk en andere zuivelproducten. De heffing was gebaseerd op de totale hoeveelheid melk die was gebruikt voor de vervaardiging van de zuivelproducten, waarbij verweerder een forfaitaire omrekeningsfactor had gehanteerd.
De procedure begon met een bezwaar van appellante tegen het besluit van 17 juni 2005, waarin verweerder de totale hoeveelheid melkequivalent had berekend op 4.010.360 kg melk. Appellante voerde aan dat de gekozen methode om melkequivalenties vast te stellen in strijd was met de Europese regelgeving, omdat er geen rekening was gehouden met het drogestofgehalte en vetgehalte van de zuivelproducten. Tijdens de zitting op 19 november 2008 werd het geschil verder toegelicht door beide partijen, waarbij appellante haar standpunt kracht bijzette met verwijzingen naar eerdere uitspraken en Europese wetgeving.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde dat de door verweerder toegepaste omrekeningsfactor in overeenstemming was met de geldende regelgeving. Het College stelde vast dat appellante de mogelijkheid had om een lagere hoeveelheid melk te registreren indien zij kon aantonen dat het melkvet was afgenomen in de geproduceerde producten. De conclusie was dat het beroep van appellante ongegrond werd verklaard, zonder dat er aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 28 januari 2009.