ECLI:NL:CBB:2008:BF0236
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Tuchtprocedure tegen registeraccountant wegens vermeende schending van beroepsnormen
In deze zaak, behandeld door het College van Beroep voor het bedrijfsleven, gaat het om een tuchtprocedure tegen de maatschap SynCount Accountants & Belastingadviseurs, die in beroep ging tegen een beslissing van de Raad van Tucht voor Registeraccountants. De zaak is ontstaan naar aanleiding van een klacht die door SynCount was ingediend tegen een registeraccountant, B RA, op 8 november 2006. De Raad van Tucht had op 24 april 2007 de klacht in alle onderdelen ongegrond verklaard, waarna SynCount op 2 mei 2007 beroep aantekende bij het College.
Tijdens de zitting op 8 juli 2008 werd de zaak behandeld, waarbij zowel de appellante als de betrokkene aanwezig waren. De kern van de klacht was dat de Raad van Tucht ten onrechte betekenis had toegekend aan eerdere faxberichten van de betrokkene aan de accountant, die volgens appellante niet als verzoek om inlichtingen konden worden aangemerkt. Het College oordeelde dat de betrokkene geen oordeel had gegeven over de arbeid van DHS, maar slechts een beschrijving had gegeven van de gevolgen van een dividendbesluit in de aangifte vennootschapsbelasting.
Het College concludeerde dat de verwijten die door de advocaat van Conew B.V. aan DHS werden gemaakt, niet voor rekening van de betrokkene kwamen. De grief van appellante werd verworpen, en het College besloot het beroep van SynCount te verwerpen. De beslissing is gebaseerd op de Wet op de Registeraccountants en artikel 33 GBR-1994, waarbij het College de eerdere beslissing van de Raad van Tucht bevestigde.