ECLI:NL:CBB:2008:BF0041
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proceskostenveroordeling
- M.A. van der Ham
- M.A. Fierstra
- A.J.C. de Moor-van Vugt
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaren tegen tariefbeschikkingen in de gezondheidszorg
In deze zaak heeft de Stichting gemoedsbezwaarden tegen verzekeringen, appellante, beroep ingesteld tegen een besluit van de Nederlandse Zorgautoriteit, verweerster, dat de bezwaren van appellante tegen twee tariefbeschikkingen niet-ontvankelijk verklaarde. De tariefbeschikkingen betroffen de tariefstelling voor huisartsenzorg en de module farmaceutische hulp van apotheekhoudende huisartsen, genomen op 6 en 18 december 2006. Appellante stelde dat zij als belanghebbende moest worden aangemerkt, omdat de tariefstelling hen specifiek raakt, gezien hun statutaire doelstelling om de belangen van gemoedsbezwaarden te behartigen.
De procedure begon met een beroep dat op 23 oktober 2007 werd ingediend. Verweerster had in haar bestreden besluit overwogen dat de statutaire doelomschrijving van appellante te algemeen was en dat de tariefbeschikkingen geen verzekering betroffen, maar slechts een declaratietitel. Appellante betoogde echter dat de wijziging in de tariefsystematiek hen direct raakt, vooral omdat zij een aparte vergoeding in de vorm van een inschrijftarief verschuldigd zijn.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde dat verweerster een onjuiste uitleg had gegeven van de statuten van appellante. Het College concludeerde dat appellante wel degelijk belanghebbende was, omdat de tariefbeschikkingen ook niet-verzekerden, waaronder gemoedsbezwaarden, raken. Het College verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg verweerster op om opnieuw op het bezwaar te beslissen. Tevens werd verweerster veroordeeld in de proceskosten van appellante tot een bedrag van € 644,-- en moest het griffierecht van € 285,-- vergoeden.