ECLI:NL:CBB:2008:BC9384
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- H.C. Cusell
- C.J. Borman
- F. Stuurop
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring bezwaar exploitatie speelautomatenhal
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 20 maart 2008 uitspraak gedaan in het beroep van A, appellant, tegen de burgemeester van B, verweerder. De zaak betreft een eerder besluit van de burgemeester van 29 september 2005, waarbij een vergunning voor het exploiteren van een speelautomatenhal was verleend aan E en F, h.o.d.n. Vof E-F. Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar dit bezwaar werd door de burgemeester op 7 mei 2007 niet-ontvankelijk verklaard. Appellant heeft hiertegen beroep ingesteld bij het College, dat op 7 februari 2008 de zitting heeft gehouden.
Het College heeft vastgesteld dat het bezwaar van appellant tegen het primaire besluit buiten de termijn was ingediend, zoals bedoeld in artikel 6:7 in verbinding met artikel 6:8 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Appellant had zijn bezwaar pas op 5 augustus 2006 ingediend, terwijl het besluit al op 10 oktober 2005 aan hem was toegezonden. Het College overweegt dat op grond van artikel 6:11 Awb een niet-ontvankelijkverklaring achterwege kan blijven indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest. Echter, het College concludeert dat appellant, gezien de omstandigheden, in verzuim was. Hij had eerder actie moeten ondernemen tegen de exploitatie van de speelautomatenhal, aangezien hij al lange tijd op de hoogte was van de exploitatie.
Daarom heeft het College het beroep van appellant ongegrond verklaard en geen termen aanwezig geacht voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige indiening van bezwaarschriften en de verantwoordelijkheden van appellanten in bestuursrechtelijke procedures.