ECLI:NL:CBB:2008:BC9381
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- H.C. Cusell
- C.J. Borman
- F. Stuurop
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van bezwaar tegen vergunning voor speelautomatenhal
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 20 maart 2008 uitspraak gedaan in het geschil tussen appellant A, wonende te B, en de burgemeester van B, verweerder. Appellant had bezwaar gemaakt tegen de vergunning die op 28 juni 2007 was verleend aan C B.V. voor het exploiteren van een speelautomatenhal aan de D in B. Het bezwaar van appellant werd door verweerder op 22 augustus 2007 niet-ontvankelijk verklaard, omdat verweerder van mening was dat appellant geen belanghebbende was in de zin van artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Tijdens de zitting op 7 februari 2008 heeft appellant zijn standpunt toegelicht, waarbij hij stelde dat hij regelmatig langs de speelautomatenhal loopt en zich zorgen maakt over de gokverslaving van jongeren. Het College heeft echter geoordeeld dat de afstand van meer dan 300 meter tussen de woning van appellant en de speelautomatenhal betekent dat hij niet in de directe omgeving woont en zich niet voldoende onderscheidt van andere verontruste burgers.
Het College heeft geconcludeerd dat appellant niet kan worden aangemerkt als belanghebbende en heeft het beroep ongegrond verklaard. Er zijn geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt het belang van de definitie van belanghebbende in de Awb en de noodzaak voor een objectief bepaalbaar, actueel en persoonlijk belang.