ECLI:NL:CBB:2008:BC4760
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- C.J. Borman
- F. Stuurop
- M. Munsterman
- Rechtspraak.nl
Herziening superheffing en verjaringstermijnen in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 12 februari 2008 uitspraak gedaan in een geschil tussen appellant, A, en verweerder, het Productschap Zuivel, over de herziening van een opgelegde superheffing op grond van de Regeling superheffing 1993. Appellant had beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder van 28 september 2006, waarin het bezwaar van appellant tegen een eerder besluit van 21 april 2006 werd afgewezen. Dit eerdere besluit herzag de superheffing die aan appellant was opgelegd voor de heffingsperiode 1999/2000, na een onderzoek door de AID dat afwijkingen in de opgave van ontvangen melk aan het licht bracht.
De procedure begon met de indiening van het beroep op 6 november 2006, na de herziening van de heffing door verweerder. Tijdens de zitting op 14 januari 2008 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. De kern van het geschil draaide om de vraag of de verjaringstermijn voor de opgelegde heffing was verstreken. Appellant stelde dat de verjaringstermijn was gaan lopen op 6 maart 2000, terwijl verweerder betoogde dat deze was gestuit door het onderzoek van de AID in 2003.
Het College oordeelde dat de verjaringstermijn inderdaad was gestuit door de onderzoekshandeling van de AID, waardoor de herziening van de heffing op 21 april 2006 binnen de geldende termijn viel. Appellant voerde aan dat het ne bis in idem-beginsel was geschonden, maar het College oordeelde dat de opgelegde superheffing geen strafrechtelijke sanctie was en dat de eerdere heffing niet in de weg stond aan de herziening. Het beroep van appellant werd ongegrond verklaard, en het College achtte geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling.