ECLI:NL:CBB:2008:BC3492
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- F. Stuurop
- F.W. du Marchie Sarvaas
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing akkerbouwsubsidie op basis van GLB-inkomenssteun
In deze zaak heeft appellante, een maatschap, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, dat haar aanvraag voor akkerbouwsubsidie in het kader van de Regeling GLB-inkomenssteun heeft afgewezen. De procedure begon met een brief van appellante op 8 november 2006, waarin zij bezwaar maakte tegen een eerder besluit van 31 mei 2006, waarin haar aanvraag was afgewezen en een uitsluiting was opgelegd. De Minister had geoordeeld dat de opgegeven percelen niet voldeden aan de definitie van akkerland, omdat zij als blijvend grasland waren aangemerkt. Tijdens de zitting op 9 augustus 2007 heeft appellante haar standpunt toegelicht, waarbij zij stelde dat de percelen op 15 mei 2003 niet in gebruik waren als blijvend grasland, maar als tijdelijk grasland. Het College heeft echter geoordeeld dat de percelen in de referentieperiode steeds als blijvend grasland waren opgegeven en dat appellante niet had aangetoond dat er in die periode akkerbouwgewassen op stonden.
Het College heeft de relevante Europese regelgeving, met name Verordening (EG) nr. 1782/2003 en nr. 796/2004, in overweging genomen. Het College concludeerde dat de stelling van appellante dat de percelen als tijdelijk grasland waren aangemerkt, niet relevant was voor de beoordeling van de status van de percelen in de vijf jaren voorafgaand aan 15 mei 2003. Het College heeft vastgesteld dat er geen aanwijsbare fysieke wijziging aan de percelen had plaatsgevonden die hun status als akkerland zou kunnen verlenen. Daarom heeft het College het beroep ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.