ECLI:NL:CBB:2007:BC1845
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- M.A. van der Ham
- J.A. Hagen
- M.A. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing aanvraag ontheffing uitbreidingsverbod Meststoffenwet
In deze zaak heeft de vennootschap onder firma A, gevestigd te B, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, dat op 21 februari 2007 is genomen. Dit besluit wees de bezwaren van appellante tegen de afwijzing van haar aanvraag om ontheffing van het uitbreidingsverbod van artikel 20 van de Meststoffenwet ongegrond. De aanvraag was ingediend op 7 maart 2006, maar de minister had al het landelijk plafond van 270.270 diereenheden bereikt op 1 maart 2006. De appellante stelde dat haar aanvraag ten onrechte was afgewezen, omdat zij deze volledig had ingediend en dat de volgorde van toekenning van ontheffingen zou moeten worden bepaald op basis van de volledigheid van de aanvragen.
Tijdens de zitting op 8 november 2007 is de zaak behandeld, waarbij de vennoot van appellante en de gemachtigde van de verweerder aanwezig waren. De appellante betoogde dat de minister ten onrechte had gehandeld door de aanvragen die niet volledig waren, mee te nemen in de loting voor de volgorde van toekenning. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft vastgesteld dat de minister in strijd heeft gehandeld met de zorgvuldigheidseisen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) door niet zorgvuldig om te gaan met de aanvragen.
Het College heeft geoordeeld dat het beroep van appellante gegrond is en heeft het bestreden besluit vernietigd. De minister moet opnieuw op de bezwaren van appellante beslissen, met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak. Tevens is bepaald dat het door appellante betaalde griffierecht van € 285,-- aan haar wordt vergoed. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid bij de behandeling van aanvragen en de noodzaak om de volgorde van toekenning te baseren op de volledigheid van de ingediende aanvragen.