ECLI:NL:CBB:2007:BB4567
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Voorlopige voorziening
- R.R. Winter
- Rechtspraak.nl
Weigering van vergunning voor kansspelautomaten in horecagelegenheid
In deze zaak heeft de vennootschap onder firma "A", gevestigd te B, een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening na de weigering van de burgemeester van Gemert-Bakel om een vergunning te verlenen voor het plaatsen van twee kansspelautomaten in hotel/café A. De burgemeester heeft op 12 juni 2007 besloten om de aanvraag te weigeren op basis van de Wet op de kansspelen, omdat de horecagelegenheid als een laagdrempelige inrichting wordt aangemerkt. Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat zij behandeld zou worden als ware zij in het bezit van de gevraagde vergunning.
De voorzieningenrechter heeft op 28 augustus 2007 de zaak behandeld. Tijdens de zitting hebben vertegenwoordigers van verzoekster en de gemeente hun standpunten toegelicht. Verzoekster betoogde dat de afwijzing van de vergunning onduidelijk was en dat zij financiële schade zou lijden door het niet kunnen plaatsen van de kansspelautomaten. De burgemeester stelde echter dat de inrichting niet voldeed aan de eisen voor een hoogdrempelige inrichting, omdat bezoekers via het café-restaurantgedeelte naar de zaal konden gaan, wat de laagdrempeligheid bevestigde.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de continuïteit van de onderneming van verzoekster niet in gevaar kwam door de afwijzing van de vergunning. De rechter concludeerde dat er onvoldoende redenen waren om te twijfelen aan de juistheid van het standpunt van de burgemeester. Het verzoek om voorlopige voorziening werd afgewezen, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd gedaan op 4 september 2007.