ECLI:NL:CBB:2007:BB3651
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- M.A. van der Ham
- C.M. Wolters
- J.L.W. Aerts
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake exportcertificeringen voor levende dieren
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 5 juli 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen EVP De Kempen B.V. i.o. en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Appellante, vertegenwoordigd door mr. G.J.M. de Jager, had beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van 24 oktober 2005, waarin vier bezwaarschriften van appellante tegen weigeringen van exportcertificeringen werden afgewezen. De procedure begon met een brief van appellante op 5 december 2005, waarin zij haar beroep kenbaar maakte. De Minister had in zijn verweerschrift aangegeven dat hij tot keuringen was overgegaan nadat appellante aan haar verplichtingen had voldaan, maar appellante stelde dat de keuringen niet hadden plaatsgevonden, wat leidde tot schade voor haar onderneming.
Tijdens de zitting op 12 april 2007 werd duidelijk dat de onderneming van appellante mogelijk was overgenomen door een Belgische N.V., maar de gemachtigde kon geen bewijsstukken overleggen. Het College oordeelde dat appellante niet aannemelijk had gemaakt dat zij nog een belang had bij de uitkomst van de procedure, aangezien er geen procedure was gestart om de gestelde schade te verhalen. Hierdoor werd het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Het College achtte geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling, wat betekent dat de kosten voor de procedure niet verhaald konden worden op de Minister.
De uitspraak benadrukt het belang van het aantonen van procesbelang in bestuursrechtelijke procedures, vooral wanneer de status van de appellante in twijfel wordt getrokken. Het College heeft de zaak op basis van de feiten en omstandigheden beoordeeld en kwam tot de conclusie dat de appellante niet in haar recht stond, wat leidde tot de niet-ontvankelijkheid van het beroep.