ECLI:NL:CBB:2007:BA6981
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proceskostenveroordeling
- M.A. van der Ham
- C.M. Wolters
- J.L.W. Aerts
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van besluit tot schorsing erkenning monsternemer onder Meststoffenwet
In deze zaak, behandeld door het College van Beroep voor het bedrijfsleven, hebben appellanten, Transportbedrijf A en C Transport B.V., beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid. Dit besluit, genomen op 8 november 2005, verklaarde het bezwaar van appellanten tegen de schorsing van Transportbedrijf A als erkende monsternemer op grond van de Regeling erkenning monsternemers Meststoffenwet gegrond. De procedure begon met een brief van appellanten op 20 december 2005, waarin zij hun beroep tegen het besluit kenbaar maakten. De gronden van het beroep werden later aangevuld, en op 12 april 2007 vond de zitting plaats.
Het geschil draait om de rechtmatigheid van de schorsing van Transportbedrijf A. Appellanten stelden dat zij schade hadden geleden door de schorsing en dat verweerder ten onrechte geen inhoudelijke beoordeling van het primaire besluit had gegeven. Het College oordeelde dat verweerder, ondanks de overdracht van de bedrijfsactiviteiten aan C Transport B.V., niet kon volstaan met enkel het gegrond verklaren van het bezwaar zonder de rechtmatigheid van de schorsing te beoordelen. Appellanten hadden recht op een oordeel over de rechtmatigheid van de schorsing, vooral gezien hun claim op schadevergoeding.
Het College concludeerde dat de beslissing op bezwaar niet deugdelijke motivering had, zoals vereist door de Algemene wet bestuursrecht. Het beroep werd gegrond verklaard, het bestreden besluit werd vernietigd, en verweerder werd opgedragen om opnieuw te beslissen op de bezwaren van appellanten. Tevens werd verweerder veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan appellanten.