ECLI:NL:CBB:2007:BA5398
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proceskostenveroordeling
- W.E. Doolaard
- Rechtspraak.nl
Herbeoordeling van een besluit inzake EG-steunverlening voor akkerbouwgewassen
In deze zaak heeft de Maatschap A en B, appellante, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder, inzake de afwijzing van hun aanvraag voor akkerbouwsubsidie in het kader van de Regeling EG-steunverlening akkerbouwgewassen voor het jaar 2004. Het beroep is ingesteld op 31 augustus 2006, naar aanleiding van een besluit van verweerder van 26 juli 2006, dat volgde op een eerdere uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven van 29 juni 2006, waarin het eerdere besluit van verweerder werd vernietigd wegens onvoldoende onderbouwing.
De procedure omvatte een zitting op 12 maart 2007, waar appellante werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde, ir. S. Boonstra, en verweerder door mr. P.M. Bakker Schut, bijgestaan door drs. M. Honig. De kern van het geschil draait om de vraag of op perceel 9 lelieteelt heeft plaatsgevonden in de jaren 1987 en 1988, wat van invloed is op de toekenning van de subsidie. Verweerder baseerde zijn afwijzing op satellietbeelden en meitellinggegevens, maar appellante betwistte deze conclusies en voerde aan dat er onvoldoende bewijs was dat lelies niet op het perceel waren geteeld.
Het College oordeelde dat verweerder niet had voldaan aan de eerder gegeven opdracht om opnieuw te beslissen op het bezwaar van appellante, en dat het bestreden besluit onvoldoende was onderbouwd. Het College verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg verweerder op om opnieuw te beslissen met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak. Tevens werd verweerder veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten aan de zijde van appellante, vastgesteld op € 644,-.