ECLI:NL:CBB:2007:BA2597
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Afwijzing subsidieaanvraag op grond van de Regeling subsidies diensten Kenniswijk 2004
In deze zaak heeft appellant, A, h.o.d.n. B te X, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Economische Zaken, die zijn subsidieaanvraag op grond van de Regeling subsidies diensten Kenniswijk 2004 had afgewezen. De aanvraag was ingediend op 28 december 2005 voor een project dat een webwinkel met een specifieke rekenmodule beoogde. De Minister oordeelde dat het project onvoldoende innovatief was en niet voldeed aan de doelstellingen van de Regeling, omdat het gericht was op bedrijven in plaats van consumenten. Tijdens de zitting op 6 maart 2007 hebben zowel appellant als de gemachtigden van de Minister hun standpunten toegelicht.
De Kaderwet EZ stelt dat subsidies verstrekt kunnen worden voor activiteiten die passen binnen het technologiebeleid. De Regeling definieert onder andere wat een klein dienstenproject is en welke criteria gelden voor subsidieaanvragen. De Minister had de aanvraag afgewezen omdat het project niet voldeed aan de vereisten van innovativiteit en experimenteel karakter. Appellant betwistte deze afwijzing en stelde dat het project wel degelijk gericht was op consumenten en innovatief was, omdat het een complexe webapplicatie betrof die werknemers en werkgevers met elkaar verbond.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de Minister terecht had beslist. Het College oordeelde dat de kern van de dienst aan de consument niet innovatief was, aangezien vergelijkbare diensten al beschikbaar waren. Ook het experimentele karakter van het project werd niet erkend, omdat de risico's en faalfactoren niet wezenlijk waren voor de beoordeling van de effecten op consumenten. Het beroep van appellant werd ongegrond verklaard, en er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.