ECLI:NL:CBB:2007:BA1247
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de regeling superheffing en melkpremie 2004 in het kader van de melkproductie
In deze zaak heeft A Zuivel B.V. een verzoek om voorlopige voorziening ingediend tegen het Productschap Zuivel, naar aanleiding van een besluit dat hen een melkequivalent van 626.665 kg heeft geregistreerd voor de heffingsperiode 2005/2006. A Zuivel B.V. heeft bezwaar gemaakt tegen deze registratie, omdat zij van mening is dat de geregistreerde hoeveelheid niet overeenkomt met de werkelijk verkochte en aangekochte hoeveelheden melk en zuivelproducten. De voorzieningenrechter heeft de procedure in gang gezet na een verzoekschrift van A Zuivel B.V. op 6 oktober 2006, waarin zij vroegen om een voorlopige voorziening te treffen. De zaak is behandeld op 15 februari 2007, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht.
De grondslag van het geschil ligt in de toepassing van de Europese regelgeving, met name Verordening (EG) nr. 1788/2003, die een heffing instelt op de hoeveelheden melk en zuivelproducten die boven de vastgestelde nationale hoeveelheden worden vermarkt. A Zuivel B.V. heeft aangevoerd dat de door verweerder toegepaste methode voor het berekenen van de superheffing niet correct is, omdat deze niet rekening houdt met de door hen aangekochte melk en room. Verweerder heeft echter gesteld dat de registratie van de heffingsperiode correct is en dat de door A Zuivel B.V. voorgestelde aftrek niet kan worden toegepast, omdat dit zou leiden tot een onterecht voordeel.
De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling geconcludeerd dat A Zuivel B.V. niet heeft aangetoond dat er onherstelbaar nadeel zou ontstaan door de tenuitvoerlegging van het bestreden besluit. De voorzieningenrechter heeft de argumenten van A Zuivel B.V. niet overtuigend genoeg geacht om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter heeft de aanvraag om voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat de door A Zuivel B.V. aangevoerde financiële problemen niet voldoende zijn om de beslissing van verweerder te weerleggen. De voorzieningenrechter heeft benadrukt dat A Zuivel B.V. de mogelijkheid heeft om schadevergoeding te vorderen indien de beslissing in de hoofdzaak door het College wordt vernietigd.