ECLI:NL:CBB:2007:AZ9986
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Tegemoetkoming op grond van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren in verband met vogelpestbestrijding
In deze zaak heeft de Maatschap A en B, appellante, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder, dat betrekking heeft op de tegemoetkoming in de schade op grond van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (Gwd). Appellante had bezwaar gemaakt tegen de vastgestelde dagvergoeding van € 1.302,07, die was vastgesteld op basis van een eerdere taxatie in het kader van de bestrijding van vogelpest. De procedure begon met een beroep dat op 10 april 2006 bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven werd ingediend, na een besluit van verweerder van 28 maart 2006 waarin het bezwaar van appellante ongegrond werd verklaard.
De kern van het geschil draait om de vraag of de dagvergoeding correct was vastgesteld en of appellante recht had op een hogere vergoeding. Verweerder stelde dat de dagvergoeding abusievelijk was berekend over een te lange periode, wat appellante had moeten inzien. Tijdens de zitting op 30 januari 2007 was appellante niet aanwezig, maar verweerder verdedigde zijn standpunt dat de hertaxatieprocedure losstond van de wijziging van de dagvergoeding.
Het College oordeelde dat appellante geen nieuwe feiten of omstandigheden had aangedragen die haar standpunt konden onderbouwen. De eerdere uitspraak van het College van 18 oktober 2005, waarin verweerder was opgedragen een bedrag aan appellante te betalen, had geen invloed op de vaststelling van de dagvergoeding. Het College verklaarde het beroep ongegrond, omdat de beslissing van verweerder om de dagvergoeding niet te verhogen rechtens onaantastbaar was geworden. De uitspraak werd gedaan op 13 februari 2007.