ECLI:NL:CBB:2006:BA2065
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- C.M. Wolters
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijkverklaring van bezwaarschrift inzake Energie-investeringsaftrek
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 12 april 2006 uitspraak gedaan in het beroep van C1000 A Holding B.V. tegen de Minister van Economische Zaken. De procedure begon op 31 oktober 2005, toen appellante een beroepschrift indiende tegen een besluit van de Minister van 14 september 2005, waarin het bezwaar van appellante tegen een eerder besluit van 18 juli 2005 werd afgewezen. Dit eerdere besluit betrof de aanvraag van appellante voor een verklaring Energie-investeringsaftrek.
De kern van het geschil draaide om de vraag of het bezwaarschrift van appellante tijdig was ingediend. Volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) moet een bezwaarschrift binnen zes weken na bekendmaking van het besluit worden ingediend. Appellante had haar bezwaarschrift gedateerd op 26 augustus 2005, maar dit was pas op 8 september 2005 door de Minister ontvangen. De Minister stelde dat het bezwaarschrift niet tijdig was ingediend, omdat het uiterlijk op 29 augustus 2005 verzonden had moeten zijn.
Appellante voerde aan dat er verwarring was ontstaan door het indienen van meerdere aanvragen voor verschillende supermarkten en dat zij een vergissing had gemaakt in het nummer van de aanvraag. Ondanks deze uitleg oordeelde het College dat appellante niet tijdig had gehandeld en dat er geen verontschuldigende omstandigheden waren die haar verzuim konden rechtvaardigen. Het College verklaarde het beroep ongegrond, omdat het bezwaar van appellante terecht niet-ontvankelijk was verklaard door de Minister.
De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig indienen van bezwaarschriften en de strikte naleving van de termijnen zoals voorgeschreven in de Awb. Het College concludeerde dat appellante niet in verzuim was geweest en dat de Minister het bezwaar terecht niet-ontvankelijk had verklaard. De beslissing van het College was daarmee definitief.