ECLI:NL:CBB:2006:AZ5768
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.A. van der Ham
- M.A. Fierstra
- A.J.C. de Moor-van Vugt
- Rechtspraak.nl
Tuchtzaak tegen een pluimveehouder wegens overtredingen van hygiënevoorschriften en salmonellabeheer
In deze tuchtzaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 7 december 2006 uitspraak gedaan in een geschil tussen appellante, een pluimveehouder, en het Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren. De zaak betreft een tuchtbeschikking die op 25 april 2006 is gewezen, waarbij appellante een geldboete is opgelegd wegens het niet naleven van hygiënevoorschriften en het niet tijdig doorgeven van salmonella-uitslagen. Appellante heeft op 1 juni 2006 beroep aangetekend tegen deze tuchtbeschikking. Tijdens de zitting op 26 oktober 2006 is appellante niet verschenen, maar zijn er wel inlichtingen verstrekt door een vertegenwoordiger van het Productschap.
De grondslag van het geschil ligt in de Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004 en de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij 1999. Het tuchtgerecht heeft vastgesteld dat appellante niet heeft voldaan aan de verplichtingen om een onderzoek naar salmonella uit te voeren na een besmetting en om de uitslag tijdig door te geven aan de slachterij. De opgelegde geldboete bedroeg € 400,-, waarvan € 200,- voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.
Appellante heeft in haar beroep aangevoerd dat er fouten zijn gemaakt in de tuchtbeschikking, zoals de vermelding van een niet-bestaande vertegenwoordiger en het niet tijdig informeren door het laboratorium. Het College heeft echter geoordeeld dat deze argumenten de geldigheid van de tuchtbeschikking niet aantasten. Het College heeft bevestigd dat de overtredingen zijn bewezen en dat de opgelegde boetes in verhouding staan tot de ernst van de feiten. De uitspraak benadrukt het belang van naleving van hygiënevoorschriften in de pluimveesector, vooral in het kader van de bestrijding van salmonella.