ECLI:NL:CBB:2006:AZ3841
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proceskostenveroordeling
- J.A. Hagen
- F. Stuurop
- H.A.B. van Dorst-Tatomir
- Rechtspraak.nl
Oud voor nieuw-regeling binnenvaartvloot en proceskostenveroordeling
In deze zaak heeft appellante, V.O.F. A, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat, dat betrekking had op de Wet capaciteitsbeheersing binnenvaartvloot. De procedure begon met een beroep dat op 17 mei 2005 werd ingediend tegen een besluit van 7 april 2005, waarin het bezwaar van appellante tegen een eerder besluit van 1 april 2003 werd afgewezen. Dit eerdere besluit had betrekking op de oplegging van oud voor nieuw verplichtingen voor het motorvrachtschip 'Forens', dat door appellante in de vaart was gebracht. Na een herziening van het besluit op 10 januari 2006, waarin de Minister zijn eerdere beslissing handhaafde, heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven de zaak behandeld.
De kern van het geschil draait om de vraag of de Raadsverordening ruimte biedt voor het opleggen van oud voor nieuw verplichtingen bij een nieuwe meetbrief na hermeting van het schip. Appellante betoogde dat de Raadsverordening geen dergelijke bepalingen bevat en dat de oude verplichtingen niet opnieuw opgelegd konden worden. Het College oordeelde echter dat de doelstelling van de Raadsverordening, die gericht is op het handhaven van de oud voor nieuw regeling, niet in het geding mocht komen. Het College verwierp de argumenten van appellante en stelde vast dat de Minister bevoegd was om de verplichtingen op te leggen.
Uiteindelijk verklaarde het College het beroep tegen het bestreden besluit niet-ontvankelijk en het beroep tegen het herziene besluit ongegrond. Tevens werd de Minister veroordeeld in de proceskosten van appellante, vastgesteld op € 644, en werd het griffierecht van € 276 vergoed. Deze uitspraak benadrukt de strikte naleving van de wetgeving omtrent de capaciteitsbeheersing in de binnenvaart en de verantwoordelijkheden van de betrokken partijen.