2.2 Op grond van de stukken en het onderzoek ter zitting zijn in deze zaak de volgende feiten en omstandigheden voor het College komen vast te staan.
- Op 9 oktober 2002 is een bedrijfsbezoek afgelegd bij C aan de D te Y. Blijkens het proces-verbaal van bevindingen van 6 januari 2003 werd tijdens dit bezoek geconstateerd dat:
a.) niet-voorverpakte sla niet voldoende gekoeld in voorraad werd gehouden (13,6 in plaats van maximaal 7 graden Celsius);
b.) voorverpakte sla niet op de aangegeven temperatuur werd bewaard (15,3 in plaats van maximaal 7 graden Celsius);
c.) de door het bedrijf te hanteren Hygiënecode voor de Horeca niet aanwezig was en van de regelmatig terugkerende koelprocessen geen registratie werd bijgehouden.
- Naar aanleiding hiervan heeft verweerder appellante bij besluit van 28 maart 2003 een boete van € 1.800,- opgelegd (boetezaak 200301096), omdat:
a.) de temperatuur van de voorverpakte eet- of drinkwaar, welke gekoeld moet worden bewaard teneinde microbiologisch bederf of de uitgroei van pathogene micro-organismen tegen te gaan, hoger was dan de door de bereider op de voorverpakking vermelde temperatuur, hetgeen een overtreding betekent van artikel 2, eerste lid, juncto artikel 15, eerste lid, Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen;
b.) de temperatuur van de niet-voorverpakte eet- of drinkwaar, welke ongekoeld moet worden bewaard teneinde microbiologisch bederf of de uitgroei van pathogene micro-organismen tegen te gaan tijdens de bewaring en/ of het in voorraad hebben hoger was dan 7 graden Celsius, hetgeen een overtreding betekent van artikel 2, eerste lid, juncto artikel 15, eerste lid, Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen;
c.) door de exploitant van een levensmiddelenbedrijf de vastgestelde veiligheidsprocedure niet werd toegepast en gehandhaafd, teneinde de veiligheid van de eet- en drinkwaren die in dat bedrijf werden bereid, verwerkt, behandeld en verhandeld te waarborgen, hetgeen een overtreding betekent van artikel 2, eerste lid, Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen juncto artikel 30, derde lid, Warenwetregeling hygiëne van levensmiddelen.
- Op 17 oktober 2002 is een bedrijfsbezoek afgelegd bij C aan de E te Z. Bijkens het proces-verbaal van bevindingen van 26 november 2002 werd tijdens dit bezoek geconstateerd dat rauwe ossenhaas, een bederfelijke waar, niet zodanig werd bewaard dat de temperatuur van de waar ten hoogste 7 graden Celsius bedraagt.
- Naar aanleiding hiervan heeft verweerder bij besluit van 25 april 2003 een boete van € 450,- opgelegd (boetezaak 200301837), omdat de temperatuur van de niet-voorverpakte eet- of drinkwaar, welke ongekoeld moet worden bewaard teneinde microbiologisch bederf of de uitgroei van pathogene micro-organismen tegen te gaan tijdens de bewaring en/ of het in voorraad hebben hoger was dan 7 graden Celsius, hetgeen een overtreding betekent van artikel 2, eerste lid, juncto artikel 15, eerste lid, Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen.
- Tegen beide boetebesluiten heeft appellante bij brief van 29 april 2003 bezwaar gemaakt.
- Appellante is op 9 september 2003 omtrent haar bezwaren gehoord.
- Bij besluiten van 24 december 2003 heeft verweerder, in overeenstemming met de adviezen van de VWS-commissie bezwaarschriften Awb van 16 december 2003, ongegrond verklaard.
- De hiertegen bij brief van 3 februari 2004 ingestelde beroepen heeft de rechtbank bij uitspraken van 14 september 2004 (met kenmerken BC 04/356-HA1 en BC 04/365-HA1) gegrond verklaard en de bestreden besluiten vernietigd.
- Bij besluit van 22 november 2004 heeft verweerder opnieuw op de bezwaren van appellante beslist. In boetezaak 200301096 heeft verweerder de boete wegens overtreding van artikel 30, derde lid, Warenwetregeling hygiëne van levensmiddelen ingetrokken en omgezet in een schriftelijke waarschuwing. De boete voor de ernstige temperatuursoverschrijdingen heeft verweerder gehandhaafd, doch de hoogte van de boete op € 900,- bepaald. In boetezaak 200301837 heeft verweerder de boete voor de ernstige temperatuursoverschrijdingen gehandhaafd, omdat het boeterapport aangeeft dat het om een ernstige overtreding gaat.
- Tegen dit besluit heeft appellante bij brief van 23 december 2004 beroep ingesteld.
- De rechtbank heeft dit beroep bij de aangevallen uitspraak ongegrond verklaard.