ECLI:NL:CBB:2006:AZ1508
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- H.C. Cusell
- M.A. Fierstra
- H.A.B. van Dorst-Tatomir
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van ten onrechte aangevraagde uitvoerrestantie voor melkpoeder
In deze zaak heeft Frésena-Salland B.V. beroep ingesteld tegen een besluit van het Productschap Zuivel, waarbij een sanctie is opgelegd voor ten onrechte aangevraagde restitutie voor de uitvoer van melkpoeder. De appellante had op 23 december 2004 aangifte gedaan voor de uitvoer van 1000 zakken melkpoeder, maar de douane constateerde bij verificatie dat slechts 960 zakken waren aangetroffen, met een netto gewicht van 24.082 kilogram. Dit leidde tot de conclusie dat er voor 918 kilogram ten onrechte restitutie was aangevraagd. De appellante heeft bezwaar gemaakt tegen de bevindingen van de douane en stelde dat de producent had verklaard dat 1000 zakken waren geladen, ondersteund door weegbonnen en een inklaringsverklaring.
De procedure begon met een bezwaarschrift van appellante op 13 mei 2005, na een besluit van verweerder op 10 mei 2005. Tijdens de zitting op 28 juli 2006 werd het standpunt van appellante besproken, waarin zij de sanctie aanvocht op basis van de douane verificatie. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft vastgesteld dat de douane de aangifte correct had geverifieerd en dat appellante geen gebruik had gemaakt van de mogelijkheid tot heronderzoek binnen de gestelde termijn van 24 uur.
Het College oordeelde dat de sanctie terecht was opgelegd, aangezien de appellante niet kon aantonen dat de douane verificatie onjuist was. De beslissing van het College was dat het beroep ongegrond werd verklaard, zonder termen voor een kostenveroordeling. De uitspraak benadrukt het belang van correcte aangiften en de gevolgen van onjuiste aanvragen van restitutie in het kader van de douanewetgeving.