ECLI:NL:CBB:2006:AY6798
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- W.E. Doolaard
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van de verzamelaanvraag GLB-inkomenssteun door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
In deze zaak heeft appellant, A, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, waarin zijn verzamelaanvraag voor GLB-inkomenssteun werd afgewezen. De aanvraag was ingediend op 25 augustus 2005, na de uiterste indieningsdatum van 15 mei 2005. Appellant had eerder bezwaar gemaakt tegen een besluit van 13 september 2005, waarin zijn aanvraag werd afgewezen. De Minister stelde dat de aanvraag te laat was ingediend en dat er geen sprake was van overmacht of bijzondere omstandigheden die de late indiening rechtvaardigden. Appellant voerde aan dat hij het aanvraagformulier niet had ontvangen en dat hij onjuist kaartmateriaal had gekregen, wat leidde tot de vertraging in de indiening.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde dat de verantwoordelijkheid voor het tijdig indienen van de aanvraag bij appellant lag. Het College stelde vast dat appellant, ondanks dat hij geen formulier had ontvangen, niet tijdig had gereageerd en geen melding had gemaakt van overmacht binnen de gestelde termijn. De argumenten van appellant werden verworpen, en het College concludeerde dat de afwijzing van de aanvraag door de Minister terecht was. De uitspraak benadrukte de noodzaak voor aanvragers om proactief te zijn in het indienen van aanvragen en het melden van eventuele problemen.
Uiteindelijk verklaarde het College het beroep ongegrond, en er werden geen proceskosten aan de Minister opgelegd. De uitspraak werd gedaan door mr. W.E. Doolaard, met mr. F.W. du Marchie Sarvaas als griffier, op 11 juli 2006.