ECLI:NL:CBB:2006:AY6698
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit Productschap Zuivel inzake melkquotum en superheffing
In deze zaak hebben de erven van A beroep ingesteld tegen een besluit van het Productschap Zuivel, waarbij het bezwaar van appellanten tegen een eerder besluit van 6 juni 2002 ongegrond werd verklaard. Dit eerdere besluit verklaarde het geregistreerde melkquotum van appellanten vervallen op basis van de Regeling superheffing 1993. De procedure begon met een brief van appellanten op 3 november 2005, waarin zij hun beroep tegen het besluit van 23 september 2005 aankondigden. De zitting vond plaats op 21 juni 2006, waarbij de verweerder aanwezig was, maar appellanten niet.
De kern van het geschil draait om de toepassing van artikel 5 van de Verordening (EEG) nr. 3950/92 en de Regeling superheffing 1993. Appellanten stelden dat het melkquotum onterecht was vervallen, omdat er geen leveringen hadden plaatsgevonden en dat verweerder hen niet had gehoord voordat het besluit werd genomen. De rechtbank oordeelde dat er geen leveringen waren geweest en dat de regelgeving duidelijk was over het vervallen van het quotum na een periode van inactiviteit.
De rechtbank concludeerde dat de appellanten niet succesvol konden aanvoeren dat het besluit onterecht was, omdat de regels omtrent het melkquotum en de gevolgen van inactiviteit helder waren. De appellanten hadden ook geen recht op schadevergoeding, omdat de regelgeving hen voldoende had geïnformeerd over de voorwaarden voor het behoud van het melkquotum. Uiteindelijk werd het beroep ongegrond verklaard, en er waren geen termen voor een proceskostenveroordeling.