ECLI:NL:CBB:2006:AY4316
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- W.E. Doolaard
- M.H. Vazquez Muñoz
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluiten inzake EG-steunverlening voor akkerbouwgewassen
In deze zaak hebben appellanten A en B beroep ingesteld tegen twee besluiten van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, die betrekking hebben op de terugvordering van EG-steun voor akkerbouwgewassen. De besluiten zijn genomen naar aanleiding van een herziening van een eerder besluit tot toekenning van subsidie aan A voor het jaar 2002. De Minister had vastgesteld dat A's aanvraag voor subsidie niet voldeed aan de vereisten, omdat het perceel dat hij had opgegeven niet als akkerland kon worden gekwalificeerd. A had een subsidie van € 6999,22 ontvangen, maar na controle bleek dat hij slechts recht had op € 5225,41, wat leidde tot een terugvordering van € 1773,81.
De procedure begon met een beroep van appellanten op 14 januari 2006, waarbij zij de besluiten van 6 december 2005 aanvochten. A stelde dat hij geen rekening had gehouden met de definitie van akkerland en dat de perceelsverwisseling met B correct was uitgevoerd. B, die het teruggevorderde bedrag voor A had betaald, stelde dat hij wel belanghebbende was in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde dat A geen recht had op de subsidie voor perceel 10, omdat dit perceel in de referentiejaren als grasland was gebruikt. Het College verklaarde het beroep van A ongegrond en bevestigde dat B geen belanghebbende was, omdat zijn belang niet rechtstreeks bij het besluit was betrokken. De besluiten van de Minister werden derhalve gehandhaafd, en het College vond geen grond voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak werd gedaan op 12 juli 2006.