ECLI:NL:CBB:2006:AX7362
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Herziening
- W.E. Doolaard
- H.C. Cusell
- B. Hessel
- Rechtspraak.nl
Verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake ooipremie voor schapenhouderij
In deze zaak heeft verzoeker, A, een verzoek om herziening ingediend tegen een eerdere uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven, gedateerd 4 maart 2005. Deze eerdere uitspraak betrof de afwijzing van aanvragen om ooipremie voor het jaar 2001 door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De eerdere uitspraak verklaarde het beroep van verzoeker ongegrond, terwijl het beroep van de vennootschap onder firma A en Zonen gegrond werd verklaard. Verzoeker stelde dat er nieuwe feiten waren die een herziening rechtvaardigden, namelijk dat hij ook eigenaar was van een eigen UBN voor zijn schapenhouderij, wat volgens hem niet voldoende was meegenomen in de eerdere uitspraak.
Het College heeft het verzoek om herziening behandeld tijdens een zitting op 31 maart 2006, waarbij verzoeker en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de minister. Het College heeft overwogen dat de door verzoeker aangevoerde feiten en omstandigheden niet voldeden aan de vereisten van artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht, omdat deze feiten voor de eerdere uitspraak al bekend waren bij verzoeker. Het College concludeerde dat de nieuwe informatie niet leidde tot een andere uitspraak, aangezien het belang van deze feiten al eerder was besproken.
Daarom heeft het College het verzoek om herziening afgewezen en geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 19 mei 2006.