ECLI:NL:CBB:2006:AW5687
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake vergunning speelautomatenhal
In deze zaak heeft Lanaut Automaten B.V. een verzoek om voorlopige voorziening ingediend tegen de burgemeester van Culemborg, die een vergunning voor het exploiteren van een speelautomatenhal had verleend aan Amutron B.V. De vergunning was oorspronkelijk verleend op 11 december 2003 en verlengd op 23 juni 2005. Lanaut Automaten B.V. maakte bezwaar tegen deze verlenging en diende op 20 maart 2006 een verzoek om voorlopige voorziening in, omdat de exploitatie op 1 april 2006 zou beginnen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek behandeld op 29 maart 2006, waarbij de gemachtigden van beide partijen hun standpunten toelichtten.
De voorzieningenrechter overwoog dat, op basis van de Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie en de Algemene wet bestuursrecht, een voorlopige voorziening kan worden getroffen indien onverwijlde spoed dat vereist. Echter, het verzoek om schorsing van het besluit van 23 juni 2005 werd afgewezen. De voorzieningenrechter oordeelde dat het besluit van 23 juni 2005 een op zichzelf staand besluit was en geen onderdeel uitmaakte van het besluit van 18 oktober 2005, waartegen beroep was ingesteld. Bovendien was het bezwaar van Lanaut Automaten B.V. tegen het besluit van 23 juni 2005 te laat ingediend, waardoor het niet-ontvankelijk werd verklaard.
De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen aanleiding was voor het treffen van een voorlopige voorziening en dat er geen termen waren voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. C.J. Borman, met mr. I.C. Hof als griffier, op 29 maart 2006.