ECLI:NL:CBB:2006:AW5375
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- F. Stuurop
- J.M.W. van de Sande
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van EG-steunverlening voor akkerbouwgewassen na controle van perceelstatus
In deze zaak heeft appellant, A, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, waarin werd besloten tot terugvordering van eerder verleende subsidies voor akkerbouwgewassen. De subsidies waren verleend op basis van aanvragen voor de jaren 2000 en 2001, maar na controle bleek dat het opgegeven perceel niet voldeed aan de definitie van akkerland. De controle vond plaats op 20 november 2002 en leidde tot de conclusie dat het perceel, dat door appellant was opgegeven voor subsidie, niet aan de vereisten voldeed. Dit leidde tot een eerdere uitspraak van het College op 3 november 2004, waarin het beroep van appellant tegen de weigering van subsidie ongegrond werd verklaard.
Appellant had bezwaar gemaakt tegen de besluiten van 17 mei 2004, waarin de subsidies van respectievelijk € 683,80 en € 2.307,69 werden teruggevorderd. In het bestreden besluit verklaarde verweerder het bezwaar ongegrond, met de onderbouwing dat het opgegeven perceel niet aan de definitie van akkerland voldeed. Appellant voerde aan dat hij te goeder trouw had gehandeld en dat hij nooit de intentie had gehad om onjuiste gegevens te verstrekken. Hij stelde dat het perceel in het verleden als grasland was gebruikt, maar het College oordeelde dat de controle en de satellietbeelden bevestigden dat het perceel niet aan de vereisten voldeed.
Het College concludeerde dat de terugvordering van de subsidie terecht was, aangezien er geen fouten van de verweerder waren die niet voor rekening van appellant kwamen. De goede trouw van appellant en zijn zorgvuldige invulling van de aanvraag boden geen grond om van de communautaire verplichtingen af te wijken. Het beroep van appellant werd ongegrond verklaard, en er werden geen proceskosten aan de zijde van appellant toegewezen.