ECLI:NL:CBB:2006:AV4660
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- B. Verwayen
- J.A. Hagen
- A.J.C. de Moor-van Vugt
- Rechtspraak.nl
Besluit tot verdachtverklaring van schapen op basis van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 23 februari 2006 uitspraak gedaan in een geschil tussen Maatschap A, te X, en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De appellante, een schapenhouderij, heeft beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister, waarbij schapen op haar bedrijf verdacht werden verklaard van besmetting met scrapie. Dit besluit volgde op een melding van een positief getest schaap, dat op 10 november 2004 in een slachthuis was geslacht. De Minister had op basis van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren maatregelen genomen, waaronder het onder toezicht stellen van het bedrijf van appellante.
De procedure begon met een beroep van appellante op 31 mei 2005, waarin zij haar bezwaren tegen het besluit van 27 april 2005 uiteenzette. De Minister had toen de bezwaren van appellante ongegrond verklaard. Tijdens de zitting op 12 januari 2006 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. De kern van het geschil draaide om de vraag of het besmette schaap daadwerkelijk van appellantes bedrijf afkomstig was en of de genomen maatregelen gerechtvaardigd waren.
Het College oordeelde dat de Minister op goede gronden het schaap als besmet had aangemerkt. De uitslagen van de laboratoriumtests, waaronder een immunohistochemisch onderzoek, gaven voldoende aanleiding om te concluderen dat het schaap positief was voor scrapie. Het College verwierp de argumenten van appellante dat de herkomst van het schaap niet onomstotelijk was vastgesteld en dat de testresultaten niet betrouwbaar waren. Het College concludeerde dat de besluiten van de Minister tot verdachtverklaring en de daaropvolgende maatregelen terecht waren genomen. Het beroep van appellante werd ongegrond verklaard, en er werd geen aanleiding gezien voor vergoeding van proceskosten.