ECLI:NL:CBB:2005:AU8265
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. B. Verwayen
- mr. J.L.W. Aerts
- mr. H. Bekker
- Rechtspraak.nl
Tuchtklacht tegen registeraccountant wegens onzorgvuldig handelen en intimidatie
In deze zaak hebben appellanten A en B een klacht ingediend tegen registeraccountant C bij de Raad van Tucht voor Registeraccountants en Accountants-Administratieconsulenten te Amsterdam. De klacht betreft een reeks van beschuldigingen over het onzorgvuldig handelen van C in zijn rol als accountant. De Raad van Tucht heeft de klacht op 26 maart 2004 gedeeltelijk gegrond verklaard, maar geen maatregel opgelegd aan C. Appellanten hebben vervolgens beroep aangetekend bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven, dat op 6 december 2005 uitspraak deed. De procedure begon met een klacht van appellanten over de wijze waarop C hen heeft behandeld na het indienen van hun klacht, inclusief beschuldigingen van intimidatie. De Raad van Tucht heeft vastgesteld dat de klacht op verschillende punten onvoldoende was onderbouwd, maar heeft de klacht over intimidatie gegrond verklaard. Het College heeft de beslissing van de Raad van Tucht vernietigd en de klacht op de onderdelen 1 tot en met 10 ongegrond verklaard. Het College concludeerde dat C niet als accountant kan worden aangemerkt in de context van de beschuldigingen en dat er onvoldoende bewijs was voor tuchtrechtelijke aansprakelijkheid. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor klagers om hun klachten duidelijk en gestructureerd te formuleren, en dat accountants zich moeten houden aan de gedragsregels.