ECLI:NL:CBB:2005:AU4858
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Registratie van ondernemingen in de afbouwsector en de rechtsgeldigheid van de registratie
In deze zaak heeft appellante, A B.V., beroep ingesteld tegen een besluit van het Hoofdbedrijfschap Afbouw en Onderhoud, waarbij haar onderneming op 17 augustus 2004 is geregistreerd. Appellante betwist de rechtmatigheid van deze registratie en stelt dat haar werkzaamheden niet onder de reikwijdte van het Instellingsbesluit vallen. De procedure begon met een bezwaarschrift van appellante op 13 september 2004, waarna het Hoofdbedrijfschap op 17 november 2004 een besluit nam dat het bezwaar ongegrond verklaarde. De zitting vond plaats op 26 augustus 2005, waar beide partijen hun standpunten toelichtten.
De kern van het geschil draait om de vraag of de activiteiten van appellante, die zich richt op het realiseren van turn-key projecten, onder de definitie van het afbouwbedrijf vallen zoals beschreven in het Instellingsbesluit. Appellante voert aan dat haar werkzaamheden niet gerelateerd zijn aan de bouwsector, omdat zij enkel verantwoordelijk is voor de coördinatie en het ontwerp van projecten, terwijl de uitvoerende werkzaamheden door derden worden uitgevoerd. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft echter geoordeeld dat de activiteiten van appellante, waaronder het plaatsen van systeemwanden en systeemplafonds, wel degelijk onder de niet-constructieve afbouw vallen.
Het College concludeert dat de registratie van appellante door het Hoofdbedrijfschap terecht is uitgevoerd, omdat de werkzaamheden van appellante voldoen aan de criteria van het afbouwbedrijf zoals vastgelegd in de relevante wetgeving. De uitspraak van het College is dat het beroep van appellante ongegrond wordt verklaard, zonder dat er termen zijn voor een proceskostenveroordeling. De beslissing werd uitgesproken op 7 oktober 2005 door mr. J.A. Hagen, met mr. M.H. Vazquez Muñoz als griffier.