ECLI:NL:CBB:2005:AU2848
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- H.C. Cusell
- F. Stuurop
- H.A.B. van Dorst-Tatomir
- Rechtspraak.nl
Tuchtzaak tegen A en B inzake overtreding van de Verordening bestrijding ziekte van Aujeszky
In deze zaak gaat het om een tuchtprocedure tegen A en B, die in maatschapsverband opereren en een tuchtbeschikking van het Tuchtgerecht Productschap Vee en Vlees aanvechten. De tuchtbeschikking, gedateerd 5 oktober 2004, legde hen een tuchtrechtelijke maatregel op wegens het niet vaccineren van vleesvarkens tegen de ziekte van Aujeszky. De appellanten hebben op hun bedrijf in de periode van 3 juni 2003 tot en met 16 december 2003 ten minste 699 van de 1920 vleesvarkens niet laten vaccineren, wat in strijd is met de geldende regelgeving. De appellanten hebben beroep ingesteld tegen deze beslissing, waarbij zij de feiten niet betwisten maar de hoogte van de opgelegde boete van € 760,-- als te hoog beschouwen.
Tijdens de zitting op 19 juli 2005 is A verschenen namens de appellanten, en zijn er inlichtingen verstrekt door een vertegenwoordiger van het Productschap. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat het tuchtgerecht terecht heeft bewezen verklaard dat de appellanten de vaccinaties hebben verzuimd. Echter, het College heeft ook geconcludeerd dat de appellanten ten onrechte zijn beschuldigd van het niet tijdig indienen van vaccinatiebonnen, wat heeft geleid tot een vrijspraak voor deze specifieke overtreding.
Het College heeft de opgelegde boete van € 760,-- als passend beoordeeld, gezien de ernst van de overtreding en de omstandigheden van de appellanten. De appellanten hebben aangevoerd dat zij als voorlopers in de sector hebben gehandeld en dat de financiële situatie in de varkenshouderij momenteel slecht is. Desondanks heeft het College geen aanleiding gezien om de boete te verlagen. De uitspraak van het tuchtgerecht is gedeeltelijk vernietigd, maar het beroep is voor het overige ongegrond verklaard.