2.2 Op grond van de stukken en het onderzoek ter zitting zijn in deze zaak de volgende feiten en omstandigheden voor het College komen vast te staan.
- Bij besluiten van 26 juli 1999 heeft verweerder appellanten ieder afzonderlijk (zaaknrs. AWB 03/1410, 03/1412 en 03/1414) S&O-verklaringen verleend voor het jaar 1999 voor de projecten "Digital Printing" en "Colormanagement".
- Bij besluiten van 19 juni 2000 heeft verweerder appellanten ieder afzonderlijk (zaaknrs. AWB 03/1411, 03/1413 en 03/1415) S&O-verklaringen verleend voor het jaar 2000 voor het project "Personaliasering van drukwerk verwerking".
- Bij brief van 6 november 2001 heeft verweerder appellanten sub 2 en 3 schriftelijk bevestigd dat op 14 november 2001 een bedrijfsbezoek zal plaatshebben .
- Bij brief van 11 november 2001 hebben appellanten sub 2 en 3 verweerder bericht dat het voorgenomen bedrijfsbezoek geen doorgang kan hebben en daarvoor ook gedurende de rest van 2001 geen plaats is. Naar aanleiding van deze brief hebben partijen contact gehad.
- Bij brief van 3 december 2001 heeft verweerder appellanten sub 2 en 3 verzocht hem uiterlijk 17 september 2001 in bezit te stellen van de administratie over de jaren 1999 en 2000.
- Bij brief van 17 december 2001 hebben appellanten sub 2 en 3 verweerder, onder overlegging van enkele stukken uit de urenadministratie, bericht dat - nog - geen projectadministratie voorhanden is.
- Bij besluiten van 7 januari 2002 heeft verweerder de aan appellanten sub 2 en 3 verleende S&O-verklaringen over 1999 en 2000 ingetrokken, omdat niet is voldaan aan de voorwaarde dat de projectadministratie en de urenadministratie uiterlijk twee maanden na afloop van het betrokken kalenderjaar aanwezig dienen te zijn.
- Bij brief van 14 januari 2002 heeft C, werkzaam bij Alta International B.V., namens appellanten sub 2 en 3 hiertegen bezwaar gemaakt.
- Bij brieven van 18 januari 2002 en 15 februari 2002 heeft verweerder C om een machtiging verzocht, waaruit blijkt dat hij gerechtigd is namens appellanten sub 2 en 3 bezwaar te maken.
- Bij brief van 4 februari 2002, opnieuw verzonden bij aangetekende brief van 13 februari 2002, heeft verweerder appellante sub 1 verzocht om toezending van de project- en urenadministratie.
- Bij e-mail van 21 februari 2002 hebben appellanten verweerder gevraagd naar de stand van zaken onder de mededeling dat het nog niet mogelijk is een project- en urenadministratie toe te zenden.
- Bij besluiten van 8 maart 2002 heeft verweerder C niet-ontvankelijk verklaard in zijn bezwaar namens appellanten sub 2 en 3.
- Bij besluit van 25 maart 2002 heeft verweerder de aan appellante sub 1 verstrekte S&O-verklaringen over 1999 en 2000 ingetrokken, omdat niet is voldaan aan de voorwaarde dat de projectadministratie en de urenadministratie uiterlijk twee maanden na afloop van het betrokken kalenderjaar aanwezig dienen te zijn.
- Op 19 december 2002 is appellante sub 1, als enig aandeelhouder van appellante sub 3, door de rechtbank Alkmaar in staat van faillissement verklaard.
- Bij brief van 9 juli 2003 hebben appellanten, onder verwijzing naar hun e-mail van 21 februari 2002 verweerder opnieuw gevraagd naar de stand van zaken.
- Bij brief van 21 juli 2003 heeft verweerder appellanten bericht dat de stand van zaken is dat alle in totaal zes aan appellanten verleende S&O-verklaringen voor de jaren 1999 en 2000 zijn ingetrokken. Voorts heeft verweerder daarbij meegedeeld dat hij de e-mail van 21 februari 2002 achteraf bezien, als machtiging voor C ziet en de machtiging derhalve op tijd, voor 2 maart 2002, is ontvangen. Verder heeft verweerder bericht dat C ten onrechte niet-ontvankelijk is verklaard in zijn bezwaar namens appellanten sub 2 en 3, zodat verweerder de besluiten van 8 maart 2002 intrekt. Voor zover de brief van 9 juli 2003 moet worden aangemerkt als bezwaar tegen de intrekking van 25 maart 2002 van de aan appellante sub 1 verstrekte verklaringen, wordt dit bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
- Op 3 september 2003 heeft een hoorzitting plaatsgehad.
- Bij brief van 18 november 2003 heeft D in zijn hoedanigheid van curator van appellanten sub 1 en 3 C gemachtigd namens hen de beroepsprocedure bij het College te voeren.
- Vervolgens heeft verweerder de bestreden besluiten genomen.