ECLI:NL:CBB:2005:AU1460
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Voorlopige voorziening
- R.R. Winter
- I.K. Rapmund
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake goedkeuring door AFM van tenderbod door Bergson op aandelenkapitaal van Hunter Douglas
Op 20 juni 2005 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven een beroepschrift ontvangen van vier vennootschappen, waaronder Franklin Templeton Investment Funds en Franklin Mutual Series Fund Inc., die zich verzetten tegen de goedkeuring door de Autoriteit Financiële Markten (AFM) van een proportionele aanvaardingssystematiek voor een voorgenomen tenderbod door Bergson Holdings N.V. op het aandelenkapitaal van Hunter Douglas N.V. De verzoeksters stelden dat de goedkeuring van de AFM, zoals vermeld in een persbericht van 1 juni 2005 en een brief van 26 mei 2005, onterecht was en vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen. Dit verzoek werd gedaan in het kader van een spoedeisende procedure, waarbij de verzoeksters ook vroegen om maatregelen tegen Hunter Douglas en Bergson op grond van artikel 28 van de Wet toezicht effectenverkeer 1995.
De zitting vond plaats op 28 juni 2005, waar het College de argumenten van de verzoeksters en de AFM heeft gehoord. De voorzieningenrechter oordeelde dat het verzoek om voorlopige voorziening geen kans van slagen had, omdat het College op dezelfde dag al had beslist op het connexe beroep van de verzoeksters, geregistreerd onder AWB 05/415. Hierdoor was het verzoek om voorlopige voorziening zonder voorwerp geraakt en werd het afgewezen. De voorzieningenrechter achtte geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gedaan op 30 juni 2005.