ECLI:NL:CBB:2005:AT9218
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- M.A. Fierstra
- B. Verwayen
- A.J.C. de Moor-van Vugt
- Rechtspraak.nl
Tegemoetkoming in schadevergoeding op basis van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren na maatregelen tegen Aviaire Influenza
In deze zaak heeft appellant, A, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, waarin zijn bezwaren tegen eerdere besluiten ongegrond zijn verklaard. De zaak betreft een tegemoetkoming in schade op basis van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (Gwd) na het nemen van maatregelen tegen Aviaire Influenza. Appellant had bezwaar gemaakt tegen besluiten van 8 mei en 2 oktober 2003, waarin de schadevergoeding voor geruimde dieren en onschadelijk gemaakte producten was vastgesteld. Appellant stelde dat hij extra schade had geleden door het nat reinigen van de stallen, wat volgens hem niet door het schoonmaakbedrijf was veroorzaakt, maar door de vereiste reinigingsmethode zelf.
De procedure begon met een beroep van appellant op 30 augustus 2004, na een besluit van 23 juli 2004 van verweerder. Tijdens de zitting op 14 juni 2005 was appellant niet aanwezig, maar verweerder was vertegenwoordigd. Het College heeft vastgesteld dat de reiniging van de stallen onder de verantwoordelijkheid van appellant viel, en dat de schade die voortvloeide uit deze reiniging niet voor rekening van verweerder kon komen. Het College oordeelde dat de maatregelen die door verweerder waren opgelegd, niet automatisch leidden tot een schadevergoeding voor de appellant.
Uiteindelijk heeft het College het beroep van appellant ongegrond verklaard, waarbij het de verantwoordelijkheid van appellant voor de uitvoering van de reinigingsmaatregelen benadrukte. Het College concludeerde dat er geen termen aanwezig waren voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 12 juli 2005.