ECLI:NL:CBB:2005:AT9208
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- C.J. Borman
- H.A.B. van Dorst-Tatomir
- M.J. Kuiper
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen heffingen opgelegd door het Productschap Vis voor garnalenpromotiefonds
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 8 juli 2005 uitspraak gedaan in een geschil tussen Visserijbedrijf De Rousant B.V. en het Productschap Vis. De appellante, Visserijbedrijf De Rousant B.V., heeft beroep ingesteld tegen een besluit van het Productschap Vis, waarbij heffingen voor het jaar 2001 zijn opgelegd op basis van de Instellingsverordening Productschap Vis. De heffingen waren bedoeld ter financiering van een promotiecampagne voor garnalen. De appellante betwistte de rechtmatigheid van deze heffingen, met de argumentatie dat de heffingen een concurrentievervalsende uitwerking hebben en dat alleen Nederlandse vissers de kosten van de promotiecampagne dragen, terwijl de meeste garnalen buiten Nederland worden afgezet.
De procedure begon met een beroep dat op 14 juli 2004 bij het College werd ingediend. De heffingen waren gebaseerd op een besluit van 19 februari 2003, waarbij het bezwaar van appellante tegen een eerdere heffing ongegrond was verklaard. Tijdens de zitting op 27 mei 2005 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Het College heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de heffingen overeenkomstig de geldende verordening zijn opgelegd en dat er geen grond is om te oordelen dat de verordening onverbindend is.
Het College heeft geconcludeerd dat de appellante niet heeft aangetoond dat de heffingen onterecht zijn en dat de argumenten over concurrentievervalsing niet voldoende onderbouwd zijn. De beslissing van het College was dat het beroep ongegrond werd verklaard, en er waren geen termen voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak bevestigt de bevoegdheid van het Productschap Vis om heffingen op te leggen voor de promotie van garnalen, ongeacht het profijt dat de betrokken ondernemers daarvan ondervinden.