ECLI:NL:CBB:2005:AT8604
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.J. Borman
- H.A.B. van Dorst – Tatomir
- M.J. Kuiper
- Rechtspraak.nl
Heropening van het onderzoek naar compenserende heffingen op rozijnen door Catz International B.V.
In deze zaak, behandeld door het College van Beroep voor het bedrijfsleven, gaat het om de heropening van het onderzoek naar de besluiten van de Inspecteur van de Belastingdienst/Douane Kantoor Rotterdam om aan Catz International B.V. compenserende landbouwheffingen op te leggen. Deze heffingen zijn opgelegd omdat de appellante bij 22 aangiften ten invoer van rozijnen de geldende minimuminvoerprijs zou hebben ontdoken. De appellante, vertegenwoordigd door haar gemachtigden, heeft in haar aanvullend beroepschrift geen schriftelijk bewijs overgelegd ter ondersteuning van haar stellingen, wat leidde tot onduidelijkheid over de herkomst van een bedrag van HFL. 437.001,-- dat in geding is.
Tijdens de zitting op 27 mei 2005 heeft het College geconcludeerd dat het onderzoek niet volledig was en dat het vooronderzoek heropend moest worden. De appellante heeft in eerdere stadia van de procedure verschillende verklaringen afgelegd over de herkomst van het bedrag, maar deze waren niet consistent. Het College heeft daarom besloten het onderzoek te heropenen en de appellante te verzoeken om binnen vier weken een eenduidige specificatie en onderbouwing van de herkomst van het bedrag te geven, ondersteund door objectieve gegevens.
De zaak is van belang voor de beoordeling van de rechtmatigheid van de opgelegde heffingen en de wijze waarop de appellante haar financiële administratie heeft gevoerd. De uitspraak van het College benadrukt het belang van transparantie en consistentie in de communicatie van de appellante met betrekking tot haar financiële transacties en de herkomst van de betrokken bedragen.