ECLI:NL:CBB:2005:AT8543
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- H.C. Cusell
- I.K. Rapmund
- Rechtspraak.nl
Weigering AFM om op te treden tegen tenderbod Bergson op aandelen Hunter Douglas
In de uitspraak van 30 juni 2005 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven het beroep van Franklin Templeton Investment Funds en andere aandeelhouders tegen de Autoriteit Financiële Markten (AFM) ongegrond verklaard. De appellanten stelden dat het voorgenomen tenderbod van Bergson Holdings N.V. op aandelen van Hunter Douglas in strijd was met de Wet toezicht effectenverkeer 1995 en de bijbehorende regelgeving. De AFM had eerder goedkeuring gegeven aan de proportionele aanvaardingssystematiek van het tenderbod, maar de appellanten betoogden dat deze goedkeuring onterecht was, omdat het tenderbod zou leiden tot een uitbreiding van het belang van de grootaandeelhouder, R. Sonnenberg, boven de toegestane 30% van het geplaatste kapitaal.
Het College oordeelde dat de bepalingen van artikel 9l van het Besluit toezicht effectenverkeer 1995 duidelijk zijn en dat de mate van zeggenschap van de bieder niet relevant is voor de toepassing van deze regels. De appellanten konden niet aantonen dat er uitzonderlijke omstandigheden waren die een andere uitleg van de wet rechtvaardigden. Het College concludeerde dat de AFM terecht had besloten geen maatregelen te treffen tegen het tenderbod, aangezien het voorgenomen bod niet in strijd was met de wetgeving. De uitspraak benadrukt de noodzaak van rechtszekerheid en de strikte naleving van de bestaande regels omtrent openbare biedingen.
De uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de bescherming van minderheidsaandeelhouders en de rol van toezichthouders in het waarborgen van een eerlijke en transparante werking van de effectenmarkten. Het College bevestigde dat de wetgever het tenderbod als een toelaatbaar instrument heeft erkend, mits het binnen de kaders van de wet blijft. De appellanten werden in hun verzoek om maatregelen niet-ontvankelijk verklaard, en de AFM werd in haar toezichtstaak bevestigd.